Niet v.rijden!

Ik heb een haat-liefdeverhouding met transport. Dat bleek nog maar eens deze morgen. Ter info: de fout lag niet bij mij! Het was allemaal de schuld van mijn wagen. En van de trein, de wegomlegging en de flikkerende lichtjes. Die ook, natuurlijk.
– Auto’s haten mij –

Dat is een boude uitspraak, maar van boud is nog geen vlieg doodgegaan. En bovendien kan ik het bewijzen: Meer lezen

El Cerro de la Muerte

Een vijftal hevige schokken en een ferme ruk aan het stuur. Op een hellende berm halverwege de Cerro de la Muerte (Heuvel des Doods, pun not intended!) kwamen we tot stilstand.
Onze huurwagen had de geest gegeven.
Godver.

We hadden het kunnen weten.

Een dag eerder waren de problemen met de airco begonnen. Die blies bij momenten warme lucht in plaats van koelte. Godverdegodver – excuus, maar een mens zou van minder, bij temperaturen van pakweg 28 tot 38 graden. Meer lezen

En toen hadden we opeens een meisje gered

Na talloze ‘aaaahs’ voor de dolfijnen en gegniffel bij de zoveelste parende schildpadden gingen we aan land bij een piepklein eiland. Enfin, we gingen te water. Met snorkel, duikbril en zwemvliezen. (Dat was in mijn geval bijzonder elegant – not! – dus daar zijn geen foto’s van. Stel er u iets bij voor van dood gewicht dat in het water kiepert en tegen alle verwachtingen in sputterend weer boven komt.) Meer lezen

Tragische romantiek in het dierenrijk

Walvissen hadden we al eerder gezien. Vijf jaar geleden in Ecuador, om precies te zijn. Ze blijven uiteraard indrukwekkend, maar deze keer waren het vooral de dolfijnen waarnaar we uitkeken. Die bleken helaas moeilijker te vinden.

We voeren steeds verder de zee op.

Voorbij het koraalrif dat de golven naar de vredige baai brak. Voorbij het kalme water waar de bultruggen zich gewillig door toeristen lieten bewonderen. We zagen niets. Noppes. Nada. Of toch: drijvende reuzenschildpadden. Meer lezen

Vijf mogelijke reisroutes waar geen kat wat aan heeft

Ik hou van improvisatie. Ook bij het reizen. Ik heb er nooit echt bij stilgestaan waarom. Misschien omdat ik het van huis uit heb meegekregen, wat mij een hoop mooie herinneringen heeft bezorgd. Of omdat het avontuurlijker is: een vast plan laat weinig ruimte voor toevallige ontmoetingen, ingevingen van het moment of andere zottigheden. Of gewoon omdat ik au fond een luie donder ben. Kan ook. (Meestal werkt het trouwens prima. Tijdens mijn eerste reis alleen heb ik aan mijn gebrek aan planning de Liefde Van Mijn Leven overgehouden 🙂 ) Meer lezen

Negen ziplines en een rappel

Het is dat je van niets wist toen je boekte.

Negen ziplines en één rappel – gewoon een afdaling, hadden ze gezegd. Niets om je zorgen over te maken, mevrouwtje. Dat deed je ook niet. Na die negen ziplines zou zo’n afdaling er nog wel bij kunnen. En inderdaad: toen je eindelijk zo ver was geraakt, kon die hele rappel je geen bal meer schelen.

Twee uur lang was je continu over je grenzen gegaan. Met een belachelijk lelijke helm op (een gele!) en riemen die in je billen sneden was je aan een ijzeren koord door het regenwoud gescheurd. Zonder gillen. Zonder vallen. En zonder zeuren. Je had alleen een beetje je hand verbrand bij het remmen, omdat die stomme handschoen versleten was. Je was best trots op jezelf. Dan kon je zo’n rappelletje toch ook nog aan? Meer lezen

10 kleine ergernissen tijdens het pakken voor een verre reis

  • Dat de veters van je schoenen danig rafelen en je ze nog nauwelijks door de gaatjes krijgt. En dat die truuk met plakband niet zo goed werkt als je zou willen/als tinternet verkondigt.
  • Dat de kinders na het afronden van de echt-aller-allerlaatste was toch nog een vuil T-shirt, twee groezelige shorts en vijf paar stinkende sokken vinden. Die absoluut meemoeten, uiteraard.
  • Dat de Echtgenoot zijn enkel verstuikt en naar de dokter van wacht moet. Zonder veel erg, maar toch. (En dat hij maar beter genezen kan zijn tegen dat je landt en je met de huurauto het Latijns-Amerikaanse verkeer moet trotseren. Anders is die verstuikte poot het minste van je zorgen!)
  • Dat je vergeten was dat er eigenlijk ook nog gekookt moet worden. En dat niemand zin heeft in ‘alweer soep met boterhammen’.
  • Dat het een feestdag is, dus alle winkels zijn gesloten. Je hebt uiteraard alles op voorhand in huis gehaald – strakke planner die je bent – maar die knagende ‘wat als’ is behoorlijk enerverend.
  • Dat er last minute nog vier gaten gestopt en zeven knopen aangenaaid moeten.
  • Dat het online bankieren plots beweert dat je twee kaarten niet geldig zijn. Wat uiteraard onzin is en na een half uur van volslagen hysterie vanzelf opgelost raakt.
  • Dat je geen flauw benul hebt in welke hoek of rommellade je de internationale adaptor na de laaste reis hebt gegooid.
  • Dat je minstens vier keer de reispassen en andere documenten moet checken om je ervan te vergewissen dat ze er echt allemaal zijn.
  • Dat je de enige bent in het gezin die zich druk maakt in dit alles.

Maar het komt goed. Heus.

En anders leest u het wel.

 

4 huiveringwekkende dinges

Elke dag iets doen waar je bang voor bent. Ik vind dat een mooi, en ongetwijfeld ook bijzonder nuttig voornemen. Het draagt bij tot een gelukkiger bestaan, een opener kijk op de wereld en blablabla en blablabla. Enfin. Ook in Colombia probeer ik me zo goed mogelijk aan dit adagium te houden. Dat lukt de ene dag al wat beter dan de andere. Gisteren zelfs een beetje té goed.

Gisteren was namelijk de allergevaarlijkste dag van onze reis tot nu toe. Maar liefst 4 (VIER!) huiveringwekkende dinges hebben we doorstaan. We hebben ze gelukkig allemaal overleefd, en ik som ze met plezier even voor u op, in stijgende lijn van levensbedreigendheid:

1. We begonnen de dag met een stevig ontbijt.

Zoals de laatste dagen wel vaker gebeurt, hoorde daar een lokale specialiteit bij. Hormigas culonas. De vertaling zoekt u maar even op, maar de foto’s brengen u alvast een stuk in de goede richting. Ze zijn in de provincie Santander op elke straathoek te koop en zouden een sterk medicinale werking hebben en ook nog goed zijn als afrodisiacum. Geen idee of het klopt. Ik kan u alleen vertellen dat ze knapperig zijn, maar niet bepaald overheerlijk. De Zoons en ik overwogen zelfs even dat het hier om een groots opgezette samenzwering ging van de lokale bevolking, om de toeristen ervan te overtuigen die vieze dinges op te eten. Staan zij ondertussen achter het hoekje in hun vuistje te lachen. Om de proef op de som te stellen hebben we er zelfs het meisje in de herberg eentje aangeboden – ervan overtuigd dat ze beleefd zou weigeren – maar! ze at het ding smakelijk op. (Ik ben echter nog steeds niet overtuigd. Volgens mij krijgen ze een bonus als ze het spel meespelen.)

2015-07-29 19.53.26   2015-07-29 19.56.51

 

2. We reden door Bucaramanga.

Dat klinkt niet echt spectaculair, maar gezien de grootte van de stad (1 miljoen inwoners, waarvan volgens mij het merendeel zwaar onder de armoedegrens leeft), de omvang van haar sloppenwijken en de rijstijl van de Colombianen was het toch eventjes spannend. Omdat ik nogal de aandacht trek, moest ik van de kinders een hip soort doek over mijn haar doen. (Neen, daar bestaan geen foto’s van!) Ik ben er niet zeker van of dat het veiligheidsgevoel ten goede kwam, maar we hadden daarna inderdaad minder last van zwervers en gamines die op de ruit kwamen boenken.

2015-07-29 14.21.42-1

 

3. We hebben heel eventjes spook gereden.

Echt heel eventjes maar. Er was zelfs geen tijd voor foto’s.

4. We werden aangevallen door een gallina de monte

Een soort bergkip. De Dochter en ik hebben ons in de auto verschanst, terwijl de Zoons en de Echtgenoot heldhaftige pogingen deden het beest te verjagen. (Dat hoort zo in een Latijns-Amerikaans land: hier moeten de mannen zich opofferen. In het geval van aanvallende bergkippen kan ik dat alleen maar toejuichen.) Enkel de Echtgenoot raakte lichtgewond, maar is ondertussen aan de beterhand. We houden u op de hoogte!

2015-07-29 13.51.47

 

 

Fight for your right

image

Stel:

je slaapt in een van de mooiste stadjes van Colombia, zo weggelopen uit een film over koloniaal Zuid-Amerika, of over Zorro. Het is prachtig. Je balkon geeft uit op het monumentale plein, en je waant je heel eventjes weg van de wereld. Voorts probeer je je niets aan te trekken van de plaatselijke ongemakken of andere dinges waar een beetje reiziger verveeld zijn schouders voor ophaalt, zoals daar zijn: te harde bedden in akoestisch transparante kamers, elektrische douches met lichte schimmelvorming en een wc waar je het papier onder geen beding in mag gooien (daarvoor dient de vuilnisbak, onwetende gringo!). Je bent moe, om niet te zeggen uitgeput, dus je slaapt. Eender waar, desnoods onder de Colombiaanse sterrenhemel.

Get the picture? Goed.

Om klokslag 3 uur ’s nachts klinkt er keiharde muziek. Cumbia. Zonder overdrijven: ongeveer op het volume van het doorsnee Latino dansfeest. Loeihard. Je schrikt wakker, denkt even dat je je van uur hebt vergist. Het is vast al een stuk in de morgen, en misschien hoort de muziek wel bij een of ander folkloristisch ritueel om de dag in te zetten. Je draait je om. Na de cumbia schakelen de feestvierders (je hebt ondertussen ook wat geschreeuw en gelach gehoord) over op ‘Fight for your right to party’ van de Beastie Boys, en daarna weer op cumbia. Je gaat kijken en ziet dat er 2 auto’s op het verder lege plein staan, met daarbij 4 drinkende mensen. Je kruipt zuchtend weer in je bed en hoopt dat de drank spoedig op zal zijn.

Maar! Dat is buiten de Echtgenoot gerekend.

Hij springt uit bed en stormt het balkon op, in niets meer dan een onderbroek en sokken. Dat ze moeten ophouden, gvd. Of dat nu een uur is om zo’n lawaai te maken. En nog een paar van die dingen en misschien zelfs iets over hun moeder. Je houdt je hart vast, verwacht een soort opgefokte Latijnse ruzie met een bestorming van het balkon en minstens 3 gewonden en 1 gijzelaar. Je zit per slot van rekening in Colombia.

Maar niets van dat. Ogenblikkelijk wordt de muziek stiller gezet. Of het zo goed is, meneer? En sorry, meneer, voor de overlast.

Conclusie:

Colombianen zijn schatjes. En de Echtgenoot is een held.