Groeten uit het Lijsternest #4: Heimwee

Natuurlijk is er heimwee, ook al ben je niet ver van huis.

Je mist je man, je huis, je honden en je diepvries. Je boeken, je ligbad, de jurk die je vergeten bent en je printer. De veiligheid van de bekende omgeving en van altijd iemand dichtbij.

En je kinderen. Vooral je kinderen. (Zij jou waarschijnlijk ook heel af en toe – al zullen ze dat niet zeggen. Tieners zijn te stoer om zoiets sentimenteels als gemis openlijk te belijden. Gelukkig.)

Toch blijf je halsstarrig waar je bent. Want af en toe – een keer of wat om de vier jaar – is het goed om de deur achter je dicht te trekken en te staren door een ander raam naar een wereld die zoveel stiller is. En grijzer ook, bij tijden, maar stiller toch vooral en wijdser.

img_1541

vroegtijdig

 

dat je steeds meer hardop in jezelf gaat kletsen

en niet in je hoofd gewoon zoals je vroeger deed –

toen had je aan stilte genoeg

 

was je tachtig we zouden het aan de jaren wijten

dat er niets meer aan te doen

dat het nu wellicht niet lang meer duren zal

en daar ach ach bij schudden

 

maar je bent slechts half zo oud

in de fleur van je leven nog of iets

wat daarvoor door moet gaan

dus noemen we het

excentriek

het stoort ten slotte niet wanneer je

in je eentje bent en niemand je kan horen

 

erger zou het zijn als er getuigen waren

wanneer je op je wandeling met de ezel praat

de putten in de weg verwenst

of keihard

beukennootjes!

roept.

 

Groeten uit het Lijsternest #3: afkicken

img_1386

Of het niet stilaan gaat vervelen, vroeg iemand een paar dagen geleden, weken aan een stuk in je eentje met alleen maar boeken en schrijfspullen om je heen. Daar moet je toch gek van worden?

Absoluut niet.

Boeken zijn namelijk uitstekend gezelschap. En ook met de schrijfspullen wil het best vlotten. (Ze werken niet altijd mee zoals ik zou willen, maar na lang onderhandelen hebben we uiteindelijk een akkoord bereikt. Het komt hierop neer: of ze werken mee, of ik smijt ze buiten. Ik ben nogal dictatoriaal in mijn onderhandelen.)

Toch heb ik moeten afkicken; van de drukte, de chaos en de stress die een fulltime job in combinatie met een halftijdse schrijfcarrière en een huishouden van vijf met zich mee brengen. De eerste dagen hier in mijn nest liep ik verloren. Het zal wel mijn eigen dramatische ik zijn, maar ik verwachtte aldoor dat er opeens en uit het niets gigantische manden vol strijk en bergen afwas zouden opduiken, of boodschappenlijsten die minstens zeven winkelbezoeken omvatten, of een kapotte vaatwas, een lekkende dakgoot, een zieke puber, een mankende hond, of – het allerergste – een klas dictiekindjes die ik bij mijn lesvoorbereidingen schandelijk over het hoofd had gezien.

Ik had er zelfs nachtmerries van.

Vandaar het vele wandelen: kwestie van mijzelf weer richting te geven en het spinrag uit mijn hoofd te laten waaien. En kwestie van moe genoeg te zijn om ’s avonds als een blok in slaap te vallen.

Als je jarenlang en tegen beter weten in dagelijks een to-dolijst opstelt die verdacht veel lijkt op een jaarplan, dan doet het vreemd wanneer je agenda op een dag zo leeg blijkt als een uitgeblazen ei*.

Maar ik ben hoe dan ook van plan om er nog twee weken ontzettend van te genieten.

img_1060

* Hier stond oorspronkelijk een andere vergelijking, maar die heb ik geschrapt wegens te voor de hand liggend en bovendien: ik wil niet stoken. Ook al leest geen enkele Trump-voter mijn blog. Denk ik.

Groeten uit het Lijsternest # 2 – Bloed en drama

2016-11-02-13-31-53

Ik zou vandaag de wandeling van het Streuvelspad doen. Dat is een tochtje van dik 6 kilometer, dat hier aan de deur start. Nu moet ik toegeven: ik had al eens op de routeplanner gekeken of ik hier en daar een stuk kon afsnijden, voor als het te lang zou worden/ het te lastig zou worden/mijn voeten pijn zouden doen het zou regenen. Maar kijk: ik wandelde het hele ding af, meermaals vrolijk neuriënd en heel af en toe zelfs een beetje huppelend, behalve op de stukken waar het bergop ging, uiteraard. Daar had ik het te druk met hijgen.

2016-11-02-14-24-08   2016-11-02-13-36-48 2016-11-02-14-23-35   2016-11-02-14-18-53   2016-11-02-13-37-39   2016-11-02-13-31-42

Tegen het einde viel er al eens een druppel regen, maar toen was het al te laat om nog een binnenweg te nemen. En toen kreeg ik zeer aan mijn hiel. Daar zat een blaar op van 2 dagen geleden, die ik had opgelopen toen ik voor het eerst mijn steunzolen had uitgeprobeerd tijdens een wandeling. Ik had er veiligheidshalve een pleister op gelegd, maar helaas.

Dit was het resultaat bij aankomst in het Lijsternest – net voor een stevige plensbui, trouwens:

2016-11-02-18-48-46

Enfin. Ik ben best trots op mezelf. Het was een ontzettend mooie wandeling, getuige de foto’s, en ik veronderstel dat ik er deugd van heb gehad, al zal dat voor mijn voet net iets minder zijn. Maar wie maalt er om een voet? Het gaat toch om de gezonde geest, nietwaar?

(blablabla, blablabla.)

En als u mij nu wilt excuseren. Ik ga moet even gaan liggen, met mijn pikkels omhoog. Met een glas wijn en een stuk pizza erbij.

 

Groeten uit het Lijsternest #1

2016-11-01-10-33-50

En dan zit je daar: aan de schrijftafel van een illustere streekgenoot, met een leeg tafelblad zo groot als een bed en een uitzicht zoals je je dat alleen maar wensen kunt in dromen zonder einder. Van de weeromstuit bekruipt je een gevoel van onrust, omdat je beseft dat je voor het eerst in eeuwen niets anders te doen hebt dan dat: schrijven.

Schrijven.

Schrijven.

In dit huis hoeft niet gekookt, niet gewassen en niet gepoetst. Er zijn geen nota’s in de schoolagenda, geen kwijtgeraakt turngerief en geen godvergeten brooddozen. Er moeten geen vuile sokken of onderbroeken opgeraapt, geen ramen gelapt en zelfs even geen lessen voorbereid.

Er moet alleen geschreven worden.

Maar dat kan wachten. Heel even nog. Tot het beeld van de late mais die onophoudelijk knispert en ritselt – ook al staat er geen spiertje wind – iets minder hypnotiserend wordt en je aan iets anders kunt denken dan die ene zakdoek, rood met wit, zo’n vijfendertig jaar geleden. Hoe je hem vastbond in het midden van het eindeloze veld, zo prachtig goed verstopt dat niemand hem kon vinden. Hoe de zoektocht gestaakt moest worden omdat de boer in aantocht was voor de oogst. En hoe het ding ook daarna onvindbaar bleef. Niets schoot ervan over; geen reepje, geen draad, geen rafel.

En het geluid van de maaidorser daarbij.

 

2016-11-01-08-13-02