Waarom ik teensletsen draag in het regenwoud

Ik krijg er niet genoeg van om door de tuin te dwalen.

Elke dag is er iets nieuws te zien.
Planten die er gisteren nog niet waren groeien je vandaag boven het hoofd, de mamones chinos zijn plukrijp en ergens is een boom omgevallen. Er scharrelt, fladdert of kruipt altijd wel iets rond en hoe zou het nog zijn met de pijlgifkikkers tussen mijn bromelia’s?
Als ik in een bijzonder hoopvolle bui ben, ga ik ook even langs de orchideeën die ik van de Echtgenoot heb gekregen. We hebben ze uitgezet op de ideale boomstam – warm, vochtig, in de schaduw en met voldoende ruimte voor hun luchtwortels. Perfectie, al zeg ik het zelf. Wie weet of ze zich eindelijk verwaardigen om een keer te bloeien, drie jaar na adoptie. (Spoiler: dat doen ze niet, de krengen.)

Ik vergeet bij al dat ronddwalen steevast om mijn laarzen aan te doen.

Meer lezen

De racewagens van Raymond Carver

Ik ben een levendige dromer. Mijn hele leven al.

Van mijn dromen als kind herinner ik mij vooral de nachtmerries. Er kwamen opvallend vaak wolven in voor, planten en dieren die mij letterlijk boven het hoofd groeiden en veel zeer krappe ruimtes waar ik niet meer uit raakte. Meer dan eens werd ik schreeuwend wakker, of vonden mijn ouders mij in de ingemaakte kleerkast waarin ik mijzelf had opgesloten, gillend en bonkend om vrijgelaten te worden.
Ik had al vroeg een sterk uitgesproken gevoel voor drama.

Tegenwoordig droom ik van schrijvers. Dat is een stuk rustiger.

Raymond Carver, bijvoorbeeld. Meer lezen

de Caribische Lamantijn

We zijn deze week maar liefst twee keer naar het strand geweest. Dat betekent dat ik minstens evenveel keer in de zee heb gezwommen – soms ga ik namelijk zelfs meermaals het water in, durfal die ik ben.

Al is zwemmen een groot woord voor wat ik doe.
Ik ga in het water. Ik drijf. Ik dobber. Ik zwem een meter of tien. En daarnaast lig ik vooral heel erg in het rond te turen. Ik moet mij er namelijk continu van verzekeren dat ik geen verdachte schaduwen in het water zie, of godbetert grote vinnen.
Want na die Facebook-post in de lokale groep vorige week, over haaien die hier in de buurt gespot zouden zijn, ben ik nog net iets wantrouwiger dan ik al was. Het is vast onzin. Bangmakerij van een grapjas of een overenthousiaste vis-spotter. Ik weet het wel. Ik heb het namelijk zeer uitvoerig opgezocht, drie seconden nadat ik de post had gelezen. Bij ons in de wijde regio zijn nog nooit gevaarlijke exemplaren waargenomen, laat staan dat er ooit iemand zou zijn aangevallen of opgevreten.

Maar één verdwaalde haai is genoeg, nietwaar?

Meer lezen

Gieren zijn als koekjes

Ik probeer elke dag te wandelen.
Niet omdat ik daar zo’n fan van ben – soms is wandelen leuk, soms is het saai, vaker is het vlees noch vis.
Mijn redenen zijn praktischer van aard: ik wandel omdat mijn lijf het nodig heeft (ik mag dan namelijk net iets meer eten en drinken zonder dat je mij kunt rollen), omdat het mooie foto’s oplevert én omdat de hond zonder zijn dagelijkse wandeling behoorlijk neurotische trekjes vertoont. De gehavende poten van al onze stoelen zijn stille getuigen.

Deze morgen was het een bijzondere wandeling.

Bij aankomst op het strand zagen we namelijk een hoop gieren.

Nu is dat hier niet ongewoon. In het begin trok ik spontaan mijn schouders op elke keer dat ik ze zag en begon nog net niet op en neer te huppen. ‘What are we gonna do? I don’t know, what you wanna do?’  (Voor wie geen kinders heeft en dus de verwijzing niet snapt: bekijk dit!)  Maar vandaag waren het er opvallend veel.

De hond vond het fantastisch.

Meer lezen

Wachten.

Het was dag 8.
We wachtten op onze resultaten van Test 2.

De week ervoor waren we om 5u30 vertrokken voor een langverwachte reis.

Die verliep als volgt: shuttle – wachttijd op de luchthaven – vlucht – wachttijd op de luchthaven – vlucht – Test 1 – taxirit – autorit.
36 uur na vertrek kropen we lichtjes uitgeput onder de dekens voor een veel te korte nacht. Ik had 6u tijd – dan moest ik voor de camera zitten om enkele tientallen kinderen te entertainen.

Wat volgde was een kanjer van een jetlag,

Meer lezen

Hoe schrijf ik een boek in 30 dagen?

Een boek in 30 dagen – het klinkt te mooi om waar te zijn. Toch is het net zo makkelijk als het klinkt. Al zijn er natuurlijk valkuilen die je beter vermijdt, en een paar spelregels waaraan je je moet houden.

een boek in 30 dagen

30 dagen – niet meer, niet minder

In 1999 begon Chris Baty met NaNoWriMo: de ‘National November Writing Month’. Er waren slechts 21 deelnemers, maar het project was ambitieus: elke schrijver zou in één maand een boek schrijven van 50.000 woorden. Enkele jaren later was het evenement van The Office of Letters and Light uitgegroeid tot een fenomeen, waarbij duizenden schrijvers waar ook ter wereld zich ertoe verbinden om in die ene maand een heuse roman te schrijven. Meer lezen

Die keer met de slang

Ik had de perfecte foto kunnen maken.
Of dood kunnen zijn.
Het werd geen van beide.

Op een halve meter van mijn teensletsen kronkelde een koraalslang

Ongestoord, in het midden van het paadje. Ik was er bijna bovenop gaan staan. Net op tijd bleef ik staan en bevroor. Het kwam zelfs niet in mij op om een stap achteruit te zetten. Mijn instinct tot lijfbehoud zegt blijkbaar stay & die, in plaats van run & fly.

Meer lezen

White Raven voor ‘De koudste winter’

de koudste winter tine mortier

Soms vallen de dingen wonderwel op hun plaats.

Maar het kan verdomd lang duren. Oftewel: hoe ik een White Raven kreeg voor ‘De koudste winter’.

Hoe het begon

Het begon meer dan tien jaar geleden, met een roodborstje in de winter.
Die zijn er wel meer, maar dit roodborstje had zich verscholen in onze garage. In de werkschoenen van de Echtgenoot. Af en toe stak het zijn kopje naar buiten – het arme ding leek verkleumd en gaf een bepaald belabberde indruk. Toen het eenmaal in de smiezen had dat we kruimels strooiden, fleurde het op. Ons roodborstje bleef de hele winter bij ons.

Er groeide een verhaal in mijn hoofd. Over lange, koude winters en roodborstjes die zich verscholen op ongewone plekken. Het verhaal groeide gestaag, en enkele maanden later had ik een eerste versie af. Ik stuurde die naar mijn uitgever en die strikte de meest fantastische illustrator. Mijn hart maakte een sprongetje.

Helaas.

Meer lezen