de Caribische Lamantijn

We zijn deze week maar liefst twee keer naar het strand geweest. Dat betekent dat ik minstens evenveel keer in de zee heb gezwommen – soms ga ik namelijk zelfs meermaals het water in, durfal die ik ben.

Al is zwemmen een groot woord voor wat ik doe.
Ik ga in het water. Ik drijf. Ik dobber. Ik zwem een meter of tien. En daarnaast lig ik vooral heel erg in het rond te turen. Ik moet mij er namelijk continu van verzekeren dat ik geen verdachte schaduwen in het water zie, of godbetert grote vinnen.
Want na die Facebook-post in de lokale groep vorige week, over haaien die hier in de buurt gespot zouden zijn, ben ik nog net iets wantrouwiger dan ik al was. Het is vast onzin. Bangmakerij van een grapjas of een overenthousiaste vis-spotter. Ik weet het wel. Ik heb het namelijk zeer uitvoerig opgezocht, drie seconden nadat ik de post had gelezen. Bij ons in de wijde regio zijn nog nooit gevaarlijke exemplaren waargenomen, laat staan dat er ooit iemand zou zijn aangevallen of opgevreten.

Maar één verdwaalde haai is genoeg, nietwaar?

Meer lezen

Gieren zijn als koekjes

Ik probeer elke dag te wandelen.
Niet omdat ik daar zo’n fan van ben – soms is wandelen leuk, soms is het saai, vaker is het vlees noch vis.
Mijn redenen zijn praktischer van aard: ik wandel omdat mijn lijf het nodig heeft (ik mag dan namelijk net iets meer eten en drinken zonder dat je mij kunt rollen), omdat het mooie foto’s oplevert én omdat de hond zonder zijn dagelijkse wandeling behoorlijk neurotische trekjes vertoont. De gehavende poten van al onze stoelen zijn stille getuigen.

Deze morgen was het een bijzondere wandeling.

Bij aankomst op het strand zagen we namelijk een hoop gieren.

Nu is dat hier niet ongewoon. In het begin trok ik spontaan mijn schouders op elke keer dat ik ze zag en begon nog net niet op en neer te huppen. ‘What are we gonna do? I don’t know, what you wanna do?’  (Voor wie geen kinders heeft en dus de verwijzing niet snapt: bekijk dit!)  Maar vandaag waren het er opvallend veel.

De hond vond het fantastisch.

Meer lezen

Die keer met de slang

Ik had de perfecte foto kunnen maken.
Of dood kunnen zijn.
Het werd geen van beide.

Op een halve meter van mijn teensletsen kronkelde een koraalslang

Ongestoord, in het midden van het paadje. Ik was er bijna bovenop gaan staan. Net op tijd bleef ik staan en bevroor. Het kwam zelfs niet in mij op om een stap achteruit te zetten. Mijn instinct tot lijfbehoud zegt blijkbaar stay & die, in plaats van run & fly.

Meer lezen

Dood

Deze morgen lag er een dood beest in de tuin. Ik had het al geroken. En bovendien cirkelde er onafgebroken een gier boven mijn hoofd. Toch had ik een van de honden nodig om de exacte locatie te bepalen.
Mensenneuzen zijn ontoereikend voor speurwerk.

Het was een luiaardjong. Een baby nog.

Het kopje al onherkenbaar, aangevreten door mieren en wie weet wat meer. De pels wonderlijk intact. Bruin en pluizig, als leefde hij nog. Een tweevingerige luiaard. Net iets groter dan die andere, die we een dik half jaar geleden vonden en naar het rescue centre brachten. (Hij haalde het niet, helaas. Te klein en verzwakt. Misschien zelfs daarom door de moeder verstoten.)
Maar voor deze kwam elke poging te laat.

Ik heb het voorbije jaar redelijk wat dooie beesten gezien. Dus ik ben onderhand al gehard. Maar een dood jong blijft pijnlijk. En wie mijn liefde voor luiaarden een beetje kent, weet dat dit extra moeilijk is.

Ik neem het mezelf kwalijk.

Misschien had ik gisteren wat minder moeten schrijven en wat vaker door de tuin moeten stappen. (Of eergisteren of de dag daarvoor – hoe lang duurt het in de tropen voor een dood beest zo gaat stinken?)
Misschien had ik hem of haar dan horen piepen. Het geluid kan ik wel dromen.
Dan waren we op tijd geweest.

Ik vind dat we hem moeten begraven.

Niet dat ik de gieren hun maaltijd niet gun – ik vrees dat de honden eraan zullen zitten. Om de een of andere reden zijn ze allebei gek op karkassen. Liefst wanneer ze al een paar dagen liggen te rotten en zelfs de gieren er hun neus voor ophalen. Ieder zijn meug.
Maar ze gaan er serieus van uit hun bek stinken.

Net wanneer ik naar huis wandel om een schop te halen, begint het te regenen.
De gieren trekken het zich niet aan. Het zijn er ondertussen drie.
Tegen de tijd dat het opklaart, zullen de sporen zijn gewist.

Teensletsen en een machete

Sinds we 11 maanden geleden naar hier zijn verhuisd, loop ik dagelijks op flipflops. Voor iets anders is het te warm. Op teensletsen dus, of blootvoets.
Veel verschil maakt dat niet. Al is het net iets aangenamer met een zool onder je voeten, als je op een of ander smerig beest trapt of wegglijdt in de modder na een tropische regenbui.
En af en toe draag ik rubberen laarzen.

laarzen en machete

De elegantie zelve

Topje, short, een paar stevige, paarse laarzen en een machete.
Neen, ik post geen foto. U zult het met uw verbeelding moeten doen.
Maar ik kan u verzekeren: het is… spesjaal. Over mijn elegantie maak ik me geen illusies – dat deed ik vóór dit soort outfits ook al niet – maar stoer is het wel. En bovendien is het geen overbodige luxe voor een wandeling door de achtertuin. Meer lezen

Nog even over regen

Ik dacht dat we daar in België wel een en ander van afwisten. Van regen.
Hahaha.

Blijkt dus van niet.

Wat in België voor een stortbui doorgaat, daar doen ze hier in Costa Rica hun paraplu niet eens voor open. Serieus.  Als het hier écht begint te gieten, dan valt er een muur van water naar beneden. Dan zie of hoor je geen brulaap op 2 meter afstand. Dan krijg je mij met geen stok naar buiten. (De honden trouwens ook niet. Terwijl ze op andere dagen minstens 3 keer per dag een duik gaan nemen in de rivier. Dus schrik van water hebben ze alvast niet.) Meer lezen

Elektriciteit, zen en geduld

Het heeft hier de voorbije dagen flink geregend en geonweerd. Dan valt de elektriciteit uit. Soms gaat het maanden goed en gebeurt er niets. En soms gebeurt het elke dag opnieuw en duurt het urenlang. Het is onvoorspelbaar. Vorige week gebeurde het 5 keer en de langste periode-zonder-stroom duurde 15u.

15 uur is lang, vooral ’s avonds.

Het is hier al donker om (klokslag) 18u en pas weer licht om 5u ’s morgens. En zonder elektriciteit valt er niet veel te beleven. Vooral niet wanneer er veel wind staat en de kaarsen telkens uit gaan. Ramen sluiten zou helpen, maar daar doen we niet aan, behalve in de slaapkamers. Het kan ook niet, want onze woonkamer heeft maar 3 muren – de kant naar de tuin is letterlijk volledig open. Dat is ontzettend aangenaam bij deze tropische temperaturen, maar misschien moeten we toch maar eens op zoek naar stormlampen.
Het is een oefening in geduld en zen. En laat dat nu niet meteen mijn forte zijn. Dus na een uur of wat bel ik naar ICE – het Instituto Costarricense de Electricidad. Meer lezen

Gezellig en maar een heel klein beetje triest

We zouden oudejaar thuis vieren met een etentje.
Gewoon.
Niets speciaals.
En vooral geen gedoe.
Het was de voorbije weken erg druk geweest en we waren toe aan wat rust. Lekker ouderwets thuisblijven leek ons dan ook de ideale manier om het voorbije jaar én onze eerste vier maanden in Costa Rica passend af te sluiten.

Cava, lekker eten en chocoladetaart

Meer lezen

Duizenden foto’s

Er lopen drie mannen rond in huis. Ze zijn tussen 20 en 30 jaar oud, spreken Pools en beetje Engels, en zijn onvoorstelbaar goed in inpakken. Gelukkig maar, want bij mij schiet dat soort dingen voor geen meter op. Dat heb ik de voorbije weken meer dan eens gemerkt bij het voorbereidende werk. Vooral toen ik aan de foto’s begon.

De Gevaarlijke Kast

Meer lezen