De racewagens van Raymond Carver

Ik ben een levendige dromer. Mijn hele leven al.

Van mijn dromen als kind herinner ik mij vooral de nachtmerries. Er kwamen opvallend vaak wolven in voor, planten en dieren die mij letterlijk boven het hoofd groeiden en veel zeer krappe ruimtes waar ik niet meer uit raakte. Meer dan eens werd ik schreeuwend wakker, of vonden mijn ouders mij in de ingemaakte kleerkast waarin ik mijzelf had opgesloten, gillend en bonkend om vrijgelaten te worden.
Ik had al vroeg een sterk uitgesproken gevoel voor drama.

Tegenwoordig droom ik van schrijvers. Dat is een stuk rustiger.

Raymond Carver, bijvoorbeeld. Meer lezen

de Caribische Lamantijn

We zijn deze week maar liefst twee keer naar het strand geweest. Dat betekent dat ik minstens evenveel keer in de zee heb gezwommen – soms ga ik namelijk zelfs meermaals het water in, durfal die ik ben.

Al is zwemmen een groot woord voor wat ik doe.
Ik ga in het water. Ik drijf. Ik dobber. Ik zwem een meter of tien. En daarnaast lig ik vooral heel erg in het rond te turen. Ik moet mij er namelijk continu van verzekeren dat ik geen verdachte schaduwen in het water zie, of godbetert grote vinnen.
Want na die Facebook-post in de lokale groep vorige week, over haaien die hier in de buurt gespot zouden zijn, ben ik nog net iets wantrouwiger dan ik al was. Het is vast onzin. Bangmakerij van een grapjas of een overenthousiaste vis-spotter. Ik weet het wel. Ik heb het namelijk zeer uitvoerig opgezocht, drie seconden nadat ik de post had gelezen. Bij ons in de wijde regio zijn nog nooit gevaarlijke exemplaren waargenomen, laat staan dat er ooit iemand zou zijn aangevallen of opgevreten.

Maar één verdwaalde haai is genoeg, nietwaar?

Meer lezen