Stel:
je slaapt in een van de mooiste stadjes van Colombia, zo weggelopen uit een film over koloniaal Zuid-Amerika, of over Zorro. Het is prachtig. Je balkon geeft uit op het monumentale plein, en je waant je heel eventjes weg van de wereld. Voorts probeer je je niets aan te trekken van de plaatselijke ongemakken of andere dinges waar een beetje reiziger verveeld zijn schouders voor ophaalt, zoals daar zijn: te harde bedden in akoestisch transparante kamers, elektrische douches met lichte schimmelvorming en een wc waar je het papier onder geen beding in mag gooien (daarvoor dient de vuilnisbak, onwetende gringo!). Je bent moe, om niet te zeggen uitgeput, dus je slaapt. Eender waar, desnoods onder de Colombiaanse sterrenhemel.
Get the picture? Goed.
Om klokslag 3 uur ’s nachts klinkt er keiharde muziek. Cumbia. Zonder overdrijven: ongeveer op het volume van het doorsnee Latino dansfeest. Loeihard. Je schrikt wakker, denkt even dat je je van uur hebt vergist. Het is vast al een stuk in de morgen, en misschien hoort de muziek wel bij een of ander folkloristisch ritueel om de dag in te zetten. Je draait je om. Na de cumbia schakelen de feestvierders (je hebt ondertussen ook wat geschreeuw en gelach gehoord) over op ‘Fight for your right to party’ van de Beastie Boys, en daarna weer op cumbia. Je gaat kijken en ziet dat er 2 auto’s op het verder lege plein staan, met daarbij 4 drinkende mensen. Je kruipt zuchtend weer in je bed en hoopt dat de drank spoedig op zal zijn.
Maar! Dat is buiten de Echtgenoot gerekend.
Hij springt uit bed en stormt het balkon op, in niets meer dan een onderbroek en sokken. Dat ze moeten ophouden, gvd. Of dat nu een uur is om zo’n lawaai te maken. En nog een paar van die dingen en misschien zelfs iets over hun moeder. Je houdt je hart vast, verwacht een soort opgefokte Latijnse ruzie met een bestorming van het balkon en minstens 3 gewonden en 1 gijzelaar. Je zit per slot van rekening in Colombia.
Maar niets van dat. Ogenblikkelijk wordt de muziek stiller gezet. Of het zo goed is, meneer? En sorry, meneer, voor de overlast.
Conclusie:
Colombianen zijn schatjes. En de Echtgenoot is een held.