Ik moet een jaar of tien, elf zijn geweest toen ik het woord voor het eerst hoorde: ornithologie.
Ik vond het zo mooi klinken, dat ik het prompt bij mijn hobby’s opnam. Al gauw stond het overal te prijken. In mijn dagboek, mijn schoolopstellen en de vriendenboekjes. Hobby: ornithologie. Ik ben nooit vies geweest van een beetje overdrijven. En bovendien vond ik het geeneens gelogen. Want ik zat al eens met of zonder verrekijker door het raam te staren. En daar kwam, behalve de kat van de buren en die mooie jongen van drie straten verder, af en toe een vogel in het vizier. Dus?