Koken is liefde.
Dat vond ik vroeger nogal onnozel. Zever in pakskes.
Gezemel van huisvrouwen en -mannen en andere mensen die niets beters te doen hebben dan koken begot.
Daar schaam ik mij nu voor.
Te mijner verdediging: ik kon vroeger niet koken.
Ik deed het niet graag en meestal trok het dan ook op niks. En ook nu is het nog steeds niet mijn favoriete hobby. Ik doe het omdat het moet en onder strikte voorwaarden: alleen als ik voldoende tijd heb en geen stress, liefst niet voor genodigden én ik bedank voor ingewikkelde recepten.
Maar ik kan er mij ondertussen wel iets bij voorstellen, bij die combinatie van koken en liefde.
Binnenkort vertrekken we weer.
Na 7 maanden vruchteloos proberen om een vlucht te pakken te krijgen is het ons eindelijk gelukt. Die 7 maanden hebben zich trouwens vrij moeiteloos gevuld – met werken en genieten van het-hele-gezin-weer-onder-één-dak. Maar ook met zorgen over hoe het in Costa Rica verder moest zonder ons. En hoe het straks verder gaat in België, zonder ons. Want de kinderen blijven (voorlopig) hier.
Dus straks is het afscheid.
Niet voor lang, we komen snel weer terug. Maar toch.
En daarom ben ik nu aan het koken. Soep en stoofpotjes. Hutsepot en linzen. De ene pot na de andere.
Want ook al kook ik nog steeds niet graag, koken is liefde. En daarvan mogen ze de komende maanden niets tekort komen.