Rituelen

lijsternest

 

Vandaag is het Erfgoeddag, en het mooie thema dit jaar is Rituelen. Een uitgelezen kans dus om in musea, archieven, erfgoedbibliotheken en dies meer je licht op te steken en een stuk verstandiger dan je al was weer huiswaarts te keren.

Ook ik doe mee en dat was al jaren geleden. Ik werd door de immer enthousiaste medewerkers van het Lijsternest uitgenodigd om een verhaal voor te lezen van Stijn Streuvels.

Grootmoederken is geen vrolijke vertelling, laat ik u dat alvast meegeven. Maar het is wel een mooi verhaal in een prachtige rijke taal, over leven en dood, armoede en tegenslag, hoop, moed en menselijke waardigheid. Ik lees voor rond 13u, dus spring gerust binnen als u niets anders te doen hebt vandaag. En als u niet naar mijn (enigszins zwaarmoedige) verhaal wilt luisteren: er zijn nog tal van andere voorlezers, én het Lijsternest is ook gewoon een bijzonder mooie en interessante locatie. Eerlijk: het is toch schijtweer, nietwaar?

 

(En neen, mijn leven is niet druk en chaotisch. Het is rijk en gevarieerd. Zullen we dat afspreken? Als u het alvast gelooft, doe ik dat misschien ook.)

To Do

2016-04-20 09.56.46-2

Ik hou van lijstjes. Meer nog: ik ben er zot op. Leeslijsten, boodschappenlijstjes, weekmenu’s, bloglijstjes, schrijflijstjes, bucket lists, verlanglijstjes,… noem maar op. Als ze maar aangevuld en/of afgestreept kunnen worden.

Ik hou zelfs van to do lijstjes.

Maar je weet dat het nét iets te druk begint te worden wanneer je ’s morgen geen lijst meer durft te maken. Omdat ’s avonds nog niet de helft afgestreept zal zijn.

Elk jaar is er wel zo’n periode. Soms zelfs meer dan een. En dit jaar leek er eventjes geen einde aan te komen.

Maar zie!

De vier schrijfopdrachten sinds januari raakten af, de boekpresentatie met mijn leerlingen dictie volgende week is zo goed als rond, de bundel ‘Stille Waanzin’ die ik met mijn cursisten Literaire Creatie eind mei uitbreng begint stilaan vorm te krijgen, ons horror-verteltheaterproject ‘Alice’ wordt wondermooi en ik leef en adem nog steeds. En de Echtgenoot en de kinders ook. Ze zien er zelfs nog steeds min of meer gezond en proper uit.

Alles komt goed.

Jeugdboekenweek 2016

2015-10-27 08.59.24-2

Nog even ademhalen. Nog even door regen, sneeuw, hagel, weer en wind baggeren en vloeken op de kou. Nog heel even, want straks is het voorjaar. Officieel. Want straks is het Jeugdboekenweek. En iedereen weet dat tijdens de Jeugdboekenweek de wereld ontdooit, de bomen in bot staan en de lente echt begint.

Vanaf volgende week ga ik dan ook officieel van start met mijn Ronde van Vlaanderen. Ik bezoek 21 bibliotheken en scholen in heel Vlaanderen, voor 50 lezingen. Dat zijn omgerekend ongeveer evenveel uren in de wagen of op de trein – het aantal kilometers durf ik niet te berekenen -, een wasmand broodjes gezond, vijftien emmers koffie en een 2.000-tal kinders die ik ga entertainen.

Ik ga vertellen, voorlezen, prenten en foto’s laten zien van mijzelf, mijn boeken en mijn personages. Ik ga toneelspelen, vragen beantwoorden, zurfen en schreeuwen. Ik laat, kortom, mijn eigen hysterische prettig gestoorde zelf volledig los op de Vlaamse schoolgaande jeugd tussen 5 en 12 jaar. En ik ga daar zoals elk jaar ongelofelijk van genieten. (Zij hopelijk ook.)

Agenda:

  • maandag 29 februari – Alken
  • dinsdag 1 maart – Linter
  • maandag 7 maart – Avelgem (een thuismatch, juij!)
  • dinsdag 8 maart – Damme
  • donderdag 10 maart – Staden en Izegem
  • vrijdag 11 maart – Waasmunster
  • zondag 13 maart – Brugge
  • maandag 14 maart – Overpelt
  • dinsdag 15 maart – Neerpelt
  • woensdag 16 maart – Overpelt
  • donderdag 17 maart – Roeselare en Ledegem
  • vrijdag 18 maart – Lendelede
  • maandag 21 maart – Kessel-Lo
  • dinsdag 22 maart – De Haan (de zee, juij!)
  • donderdag 24 maart – Hemiksem
  • vrijdag 25 maart – Wingene
  • dinsdag 12 april – Lovendegem
  • woensdag 13 april – Lovendegem
  • maandag 18 april – Genk
  • dinsdag 26 april – Otegem

En daarna is er weer tijd om te ademen. En te schrijven.

Afscheid

2015-01-23 13.02.19-1

2015 was een jaar van pijn en verlies en moeilijke beslissingen. Het was uiteraard ook een jaar met lichtpunten en mooie momenten, en dat we positief moeten blijven, dat het erger had gekund, dat alles niet zo zwart is en nog veel meer. Maar daar heb ik vandaag geen boodschap aan. Sorry.

2015 was het jaar dat begon met een allerlaatste kans die niet doorging, er volgde een ongeval waarbij iemand net geen arm of het leven verloor, een liefste nonkel die stierf, vriendschap die reddeloos verloren leek, een pracht van een huisdier dat na elf jaar op was, pijn – fysiek en anders –, een onvoorziene en erg dure renovatie net na het boeken van de droomreis, slapeloze nachten, nog meer pijn, juridische kwesties en een plots gevoel van immense onveiligheid die zich niet meer laat verjagen.
En toen werd het opeens nog het jaar dat eindigde met een verdomd moeilijke beslissing.

Deze morgen hebben we afscheid genomen van Niccolo. Hij was net geen jaar bij ons. Niccolo was een van de liefste, mooiste, grappigste en vrolijkste honden die ooit hebben rondgehuppeld.

Wij zullen hem ontzettend hard missen.

2016-01-01 20.51.28

paradijs

Het paradijs is niet perfect.

Dat viel te verwachten: perfectie is niet des mensen en zou bovendien maar al te snel gaan vervelen. Alles benoemen wat het hier paradijselijk maakt is onbegonnen werk, dus laat ik het maar samenvatten met schoonheid, warmte, lekker eten en de liefste mensen ter wereld – niet noodzakelijk in die volgorde. De luttele tekortkomingen wil ik wel even voor u opsommen:

• Er zitten vervelende beesten. Muggen voornamelijk, maar ook zand- en andere vlooien.
• Er zitten nog andere vieze beesten. Kakkerlakken. Slangen. Grote spinnen.
• Een internetverbinding varieert van onbestaand tot volkomen onbetrouwbaar.
• Het stikt van de zielige, uitgemergelde en door schurft en andere ziektes aangevreten katten en honden die bij iedereen en niemand horen en je hart breken.
• De oorspronkelijke bewoners zijn verjaagd of verworden tot een bezienswaardigheid ter vermaak van toeristen.
• De rijkdom is schandelijk ongelijk verdeeld.
• Je moet er onherroepelijk ooit weg.

Met sommige van die tekortkomingen leert een mens leven.

Meer zelfs: ze maken het bestaan van het paradijs draaglijk. Nooit gedacht dat een jeukende muggenbeet zo kon bijdragen aan je relativeringsvermogen. Andere zijn moeilijk of niet te verteren. Ze zorgen er hoogstens voor dat het afscheid iets minder pijnlijk wordt.

omslag

Zomaar een beeld

Ik heb er geen foto’s van, dus u zult me op mijn woord moeten geloven.

Zes palen en tien stukken oud zeil, waarschijnlijk verzameld uit aangespoeld afval. Dat is het volledige huis. De huisraad bestaat grofweg uit een bed van twee aangevreten matrassen die met een koord vastgebonden zitten op een bouwsel van stokken en een plank, drie verroeste koelkasten zonder aansluiting (er is geen elektriciteit), een vrachtwagenband gevuld met verkoold hout die dienst doet als keuken, twee vaten die het regenwater van het zeildak opvangen (er is geen stromend water) en nog een stuk of wat rondslingerende spullen. Tussen een van de palen en palmboom hangt een touw met daaraan vier kledingstukken, de volledige inhoud van de kleerkast. Rond de woning lopen schuwe, magere honden en een handvol kippen tussen de boot en de visnetten.

Ik sta op het terrein van een gigantische finca, aan wat een van de meest paradijselijke stranden van Colombia zou kunnen zijn. De schatrijke eigenaars zijn er niet. Die hebben zich teruggetrokken in een van hun vele andere woningen, ergens aan een luxestrand of in de grootstad. Hun eigendom aan zee hebben ze achtergelaten onder de hoede van een oude bediende, die zo goed en zo kwaad als het kan, probeert om de boel overeind te houden met het minimumloon dat ze hem betalen. Aan de rand van het terrein worden de oorspronkelijke bewoners van het gebied gedoogd: de indiaanse vissers. Zij leven onder het zeildoek en sleuren hun gammele vissersboten dag na dag de woeste zee in, in de hoop voldoende buit binnen te halen om enigszins te overleven.

Het paradijs en de hel liggen soms heel dicht bij elkaar.

Gabo

Zodra we de provincie Magdalena binnenrijden, zie ik ze: de gele vlinders.

Overal fladderen ze rond, boven de weg, tussen de bomen, onder de wielen van honderd vrachtwagens. Ik word overvallen door een vreemde nostalgie, een soort heimwee naar dit warme, tropische land dat ik – zoals zovelen uit ons koude thuisland – enkel ken dankzij de boeken van Gabriel García Márquez. Ik wou dat ik ze opnieuw voor het eerst kon ontdekken, hun prachtige verhalen ontrafelen en proeven van de ongeëvenaarde zinnen. Maar dat kan niet, dus neem ik me voor om ze te herlezen, liefst in het Spaans. Er is nog wel plaats voor een stapeltje boeken in de rugzak.

Onze eerste stop in Magdalena is Aracataca (oftewel: Macondo), het geboortedorp van Gabo. Het is een bevreemdende ervaring. Bloedheet is het er. Niet het soort warmte van een zuiders vakantieoord of van een occasionele hittegolf thuis. Het is erger. Vele malen erger. Het is soort hitte dat je verlamt. Dat het begrip ‘zweten’ een totaal nieuwe invulling geeft. Dat je warm en slaperig maakt, en plakkerig.

Op zich stelt Macondo niet veel voor. Het is een stoffig, godvergeten stadje dat verloren gelegd lijkt tussen gigantische bananenplantages en waar iedereen vooral probeert om de dag heelhuids door te komen met een minimum aan lichaamsbeweging. De mensen zijn er – zoals overal in Colombia – ontzettend vriendelijk en behulpzaam, dat ene restaurant waar ze ons ongegeneerd het dubbel aanrekenen niet te na gesproken. Het mooi gerestaureerde geboortehuis van García Márquez vormt het enige hoogtepunt. Hieronder zie je waarom.

 

IMG_4567 (600x800)   IMG_4568 (800x600)

IMG_4571 (600x800)   IMG_4844 (800x442)

Ondanks de hitte, een aanrader!

 

Ontnuchtering

Of de soldaten en de agenten er in mijn land net zo uitzien, wil hij weten, met net zulke uniformen? Hij is elf en klein voor zijn leeftijd.

Ik zeg dat de agenten er bij ons helemaal anders uit zien – geen camouflagepakken en zo – en dat in België eigenlijk weinig tot geen militairen op straat rondlopen. Hij begrijpt het niet.

Hoezo geen militairen op straat? Hebben we dan geen leger?

Toch wel, zeg ik. Maar die hebben speciale oefenterreinen. Ze lopen niet in de stad rond, niet op het strand en niet langs de wegen. Dat is niet nodig, want bij ons is er geen guerrilla.

Hij zucht en er komt iets dromerigs in zijn blik.
Oh, zegt hij. Wat moet dat fijn zijn, geen guerrilla.

 

IMG_5022 (800x600)

4 huiveringwekkende dinges

Elke dag iets doen waar je bang voor bent. Ik vind dat een mooi, en ongetwijfeld ook bijzonder nuttig voornemen. Het draagt bij tot een gelukkiger bestaan, een opener kijk op de wereld en blablabla en blablabla. Enfin. Ook in Colombia probeer ik me zo goed mogelijk aan dit adagium te houden. Dat lukt de ene dag al wat beter dan de andere. Gisteren zelfs een beetje té goed.

Gisteren was namelijk de allergevaarlijkste dag van onze reis tot nu toe. Maar liefst 4 (VIER!) huiveringwekkende dinges hebben we doorstaan. We hebben ze gelukkig allemaal overleefd, en ik som ze met plezier even voor u op, in stijgende lijn van levensbedreigendheid:

1. We begonnen de dag met een stevig ontbijt.

Zoals de laatste dagen wel vaker gebeurt, hoorde daar een lokale specialiteit bij. Hormigas culonas. De vertaling zoekt u maar even op, maar de foto’s brengen u alvast een stuk in de goede richting. Ze zijn in de provincie Santander op elke straathoek te koop en zouden een sterk medicinale werking hebben en ook nog goed zijn als afrodisiacum. Geen idee of het klopt. Ik kan u alleen vertellen dat ze knapperig zijn, maar niet bepaald overheerlijk. De Zoons en ik overwogen zelfs even dat het hier om een groots opgezette samenzwering ging van de lokale bevolking, om de toeristen ervan te overtuigen die vieze dinges op te eten. Staan zij ondertussen achter het hoekje in hun vuistje te lachen. Om de proef op de som te stellen hebben we er zelfs het meisje in de herberg eentje aangeboden – ervan overtuigd dat ze beleefd zou weigeren – maar! ze at het ding smakelijk op. (Ik ben echter nog steeds niet overtuigd. Volgens mij krijgen ze een bonus als ze het spel meespelen.)

2015-07-29 19.53.26   2015-07-29 19.56.51

 

2. We reden door Bucaramanga.

Dat klinkt niet echt spectaculair, maar gezien de grootte van de stad (1 miljoen inwoners, waarvan volgens mij het merendeel zwaar onder de armoedegrens leeft), de omvang van haar sloppenwijken en de rijstijl van de Colombianen was het toch eventjes spannend. Omdat ik nogal de aandacht trek, moest ik van de kinders een hip soort doek over mijn haar doen. (Neen, daar bestaan geen foto’s van!) Ik ben er niet zeker van of dat het veiligheidsgevoel ten goede kwam, maar we hadden daarna inderdaad minder last van zwervers en gamines die op de ruit kwamen boenken.

2015-07-29 14.21.42-1

 

3. We hebben heel eventjes spook gereden.

Echt heel eventjes maar. Er was zelfs geen tijd voor foto’s.

4. We werden aangevallen door een gallina de monte

Een soort bergkip. De Dochter en ik hebben ons in de auto verschanst, terwijl de Zoons en de Echtgenoot heldhaftige pogingen deden het beest te verjagen. (Dat hoort zo in een Latijns-Amerikaans land: hier moeten de mannen zich opofferen. In het geval van aanvallende bergkippen kan ik dat alleen maar toejuichen.) Enkel de Echtgenoot raakte lichtgewond, maar is ondertussen aan de beterhand. We houden u op de hoogte!

2015-07-29 13.51.47

 

 

Fight for your right

image

Stel:

je slaapt in een van de mooiste stadjes van Colombia, zo weggelopen uit een film over koloniaal Zuid-Amerika, of over Zorro. Het is prachtig. Je balkon geeft uit op het monumentale plein, en je waant je heel eventjes weg van de wereld. Voorts probeer je je niets aan te trekken van de plaatselijke ongemakken of andere dinges waar een beetje reiziger verveeld zijn schouders voor ophaalt, zoals daar zijn: te harde bedden in akoestisch transparante kamers, elektrische douches met lichte schimmelvorming en een wc waar je het papier onder geen beding in mag gooien (daarvoor dient de vuilnisbak, onwetende gringo!). Je bent moe, om niet te zeggen uitgeput, dus je slaapt. Eender waar, desnoods onder de Colombiaanse sterrenhemel.

Get the picture? Goed.

Om klokslag 3 uur ’s nachts klinkt er keiharde muziek. Cumbia. Zonder overdrijven: ongeveer op het volume van het doorsnee Latino dansfeest. Loeihard. Je schrikt wakker, denkt even dat je je van uur hebt vergist. Het is vast al een stuk in de morgen, en misschien hoort de muziek wel bij een of ander folkloristisch ritueel om de dag in te zetten. Je draait je om. Na de cumbia schakelen de feestvierders (je hebt ondertussen ook wat geschreeuw en gelach gehoord) over op ‘Fight for your right to party’ van de Beastie Boys, en daarna weer op cumbia. Je gaat kijken en ziet dat er 2 auto’s op het verder lege plein staan, met daarbij 4 drinkende mensen. Je kruipt zuchtend weer in je bed en hoopt dat de drank spoedig op zal zijn.

Maar! Dat is buiten de Echtgenoot gerekend.

Hij springt uit bed en stormt het balkon op, in niets meer dan een onderbroek en sokken. Dat ze moeten ophouden, gvd. Of dat nu een uur is om zo’n lawaai te maken. En nog een paar van die dingen en misschien zelfs iets over hun moeder. Je houdt je hart vast, verwacht een soort opgefokte Latijnse ruzie met een bestorming van het balkon en minstens 3 gewonden en 1 gijzelaar. Je zit per slot van rekening in Colombia.

Maar niets van dat. Ogenblikkelijk wordt de muziek stiller gezet. Of het zo goed is, meneer? En sorry, meneer, voor de overlast.

Conclusie:

Colombianen zijn schatjes. En de Echtgenoot is een held.