Ik probeer elke dag te wandelen.
Niet omdat ik daar zo’n fan van ben – soms is wandelen leuk, soms is het saai, vaker is het vlees noch vis.
Mijn redenen zijn praktischer van aard: ik wandel omdat mijn lijf het nodig heeft (ik mag dan namelijk net iets meer eten en drinken zonder dat je mij kunt rollen), omdat het mooie foto’s oplevert én omdat de hond zonder zijn dagelijkse wandeling behoorlijk neurotische trekjes vertoont. De gehavende poten van al onze stoelen zijn stille getuigen.
Deze morgen was het een bijzondere wandeling.
Bij aankomst op het strand zagen we namelijk een hoop gieren.
Nu is dat hier niet ongewoon. In het begin trok ik spontaan mijn schouders op elke keer dat ik ze zag en begon nog net niet op en neer te huppen. ‘What are we gonna do? I don’t know, what you wanna do?’ (Voor wie geen kinders heeft en dus de verwijzing niet snapt: bekijk dit!) Maar vandaag waren het er opvallend veel.
De hond vond het fantastisch.
Gieren zijn als koekjes, vindt Caligula: hoe meer hoe beter.
Hij stoof er meteen op af om ze de stuipen op het lijf te jagen.
Even later zagen we de reden van het samentroepen. Op het strand lag het karkas van een luiaard.
Veel schoot er van het arme beest niet over – amper nog wat vel en botten. De rest hadden de gieren al op. Maar het was helaas nog net genoeg voor de hond, die er uitgebreid in ging liggen rollen. Wat ons dan weer verplichtte om als een gek elke stok op te rapen die we konden vinden en die zo ver mogelijk in zee te gooien.
Er lagen veel stokken, en dat was nodig ook.
Maar kijk: een vliegende/drijvende stok blijkt nog steeds een stuk onweerstaanbaarder dan een stinkend karkas, zodat we na afloop geen naar dode-luiaard-ruikende hond in onze auto moesten laden.
We vonden op de terugweg trouwens nog een ander beest. Het zat op een stuk drijfhout, gevaarlijk dichtbij de vloedlijn. Het was groter dan mijn vinger, en gezien de mooie kleuren ongetwijfeld giftig. Zelf ben ik geen held met wriemelende dingen, maar de Echtgenoot gelukkig wel. Dus het beestje werd vakkundig opgetild en naar veiliger oorden gebracht.
Ik heb mezelf na afloop uitgebreid beloond voor alle doorstane emoties. Dus moet ik morgen weer gaan wandelen. Want beloningen, die blijven meestal plakken.
Dag Tine, ik ga ook met dezelfde motivatie wandelen 😉
Ha! Dan moeten we bij een volgende keer maar samen gaan wandelen. Met een uitgebreide beloning achteraf!